NL
Mijn artikels

Mijn eerste mutatie van de pyrrhura molinae

Belangrijke opmerking vooraf : De destijds in het artikel gebruikte term ‘blauw’ werd bij de foto’s vervangen door de meer recent gebruikte term ‘turquoise’. Dus lees voor ‘blauw’ = ‘turquoise’.


Onbekend is onbemind:

Na het tijdperk van de Australische parkieten lijkt het tijdperk van o.a. de Zuid-Amerikaanse parkieten aangebroken. Het proberen te kweken met deze vogelsoorten zit bij heel wat vogelliefhebbers duidelijk in de lift. Toch zijn er tot nu toe echter nog altijd heel wat liefhebbers die zich weerhielden om met Zuid-Amerikaanse vogels te kweken omdat ze luidruchtig zijn.

Dit is echter niet voor alle Zuid-Amerikanen het geval! Heel wat soorten zijn immers helemaal niet zo luidruchtig, uiterst kalm en rustig. Felle kleurcontrasten zoals bij de Australische parkieten komen bij de meeste van deze vogels weliswaar minder voor. Toch sieren heel wat kleurnuances en typische tekeningen in het gevederte deze vogels.

Daarenboven zijn de meeste van deze vogelsoorten uiterst intelligent. Zo begon ik ruim tien jaar geleden met de kweek van de catharinaparkiet. Ook toen waren velen erg terughoudend voor deze vogels. Toen ik in 1990 als eerste in België de prachtige cobaltmutatie kweekte en deze vogel meer bekendheid gaf door een artikel over deze vogel en zijn mutatie te schrijven, raakten velen in de ban van deze uiterst rustige vogel.

Velen zijn zo met de kweek van deze Zuid-Amerikaanse parkietensoort en zijn mutaties begonnen.

Zo ontdekten vele liefhebbers dat deze parkiet helemaal niet luidruchtig is, een ideale vogel is om te kweken in kweekkooien en uiterst goed nestcontrole verdraagt. Daarenboven vragen deze catharina’s zoals ook de pyrrhura’s geen extra hoge kweektemperaturen. Nog altijd probeer ik met een aantal forse koppels mooie mutaties te kweken die de grootte van de wildvorm evenaren.


De groenwang of pyrrhura molinae sordida: een uiterst intelligente en niet zo veeleisende vogel

Zo ook heb ik enkele jaren geleden het geluk gehad een eerste pastelblauwe mutatie te kunnen kopen van een grotere Zuid-Amerikaanse parkietensoort: de groenwang of pyrrhura molinae sordida. Onder de pyrrhura’s is de bruinoor (pyrrhura frontalis) veruit de meest bekende. De groenwang is iets kleurrijker door vnl. zijn rode staart.

Deze eveneens uiterst intelligente en aanhankelijke vogels zijn niet zo luidruchtig en zijn zowel in grote kweekkooien (min. 1 meter lengte) als in volières met succes te kweken.


In tegenstelling met de catharina’s (=klimmers) beschikken ze over een zeer behendig vliegvermogen en worden ze in kweekkooien heel tam, uiterst nieuwsgierig en zeer aanhankelijk. Voedsel, drinkwater en de nestopeningen hebben ze heel vlug gevonden.


Zowel de groenwangen als de bruinoortjes verdragen goed nestcontrole, zijn niet zo veeleisend qua voeding en voederen zeer goed hun jongen. Zowel het jongste als oudste jong wordt meestal probleemloos grootgebracht. Deze Zuid-Amerikaanse parkieten eisen helemaal geen uiterst klaar verlichte kooien of volières. Niet verwonderlijk: hun leefgebieden zijn dan ook helemaal anders dan die van de Australische parkieten.


Wanneer zijn de groenwangen kweekrijp?

De poppen zijn kweekrijp na ongeveer 1 jaar. Sommige mannen geven bevruchting na 1 jaar, van anderen duurt het wat langer, bv. anderhalf jaar.

Endoscopisch onderzoek is raadzaam om twijfel bij het samenstellen van kweekstellen te vermijden. Alle vogels die ik zelf voor de kweek gebruik of die later verkocht of geruild worden, worden dan ook voorzien van een gesloten voetring met eigen stamnummer en van het nodige document van de endoscopie.


Wildvorm met onverwante bloedlijnen helpen zorgen voor forse blauwe mutatievogels:

De blauwe molinae of groenwang is dan ook één van de voorlopers van de mutatiekweek bij de pyrrhura’s. Totaal onverwacht kweekte enkele jaren geleden een liefhebber uit Gentbrugge deze eerste blauwe mutatie in een kamer waar enkele kweekkooien stonden van ruim 1m lengte. Daar deze jongeman door een verhuis zijn vogels wilde verkopen, kreeg ik de kans zijn hele stam op te kopen:

  • grootouders (onverwant)
  • ouders (broer en zus)
  • de blauwe en alle kanssplitten uit die twee koppels

De ouders van die blauwe vogel waren dus beiden split voor blauw.

Na deze wel serieuze investering betrachtte ik het eerste jaar nog enkele blauwe te kweken met deze ouders, wat me met het nodige geluk ( enkel 25 procent is blauw) ook lukte. Het volgende jaar ben ik dan ook op zoek gegaan in buiten- en binnenland naar diverse andere bloedlijnen om zo met die enkele gekweekte blauwe zelf splitten te kweken met diverse bloedlijnen. Dit jaar ben ik nu gekomen tot het kweken van een tweede generatie blauwe.


De vererving is dus recessief. D.w.z.

groen x blauw:

  • 100 procent groen/blauw

groen/blauw x groen/blauw:

  • 50 procent groen/blauw
  • 25 procent groen
  • 25 procent BLAUW

blauw x groen/blauw:

  • 50 procent BLAUW
  • 50 procent groen/blauw


Beschrijving van de blauwe mutatie

Het kleurcontrast met de wildkleur is overduidelijk. Het opvallendste is zeker zijn staartkleur die van roestrood gemuteerd is naar grijsblauw. Het overwegend groene gevederte wordt blauw.