NL
Mijn artikels

De prachtige fallow mutant van de frontalis

Beschrijving van de pyrrhura frontalis fallow

Deze overwegend pastelgele vogel heeft rode ogen. De bruinrode vlek boven de zwarte snavel van de wildkleur is bij de fallow een opvallend felrode vlek boven een ivoorkleurige snavel. De bij de wildkleur bruine oorvlekken zijn nu zacht oranje oorvlekken geworden. De poten zijn vleeskleurig met witte nagels in tegenstelling tot de zwarte poten en zwarte nagels van de wildkleur bruinoorparkiet.

Kortom: een totaal andere verschijning en een prachtvogel die bij menig parkietenliefhebber in de smaak valt!


Traag en verstandig een kweekprogramma uitbouwen, is van levensbelang voor deze mutatie!

Vooreerst vererft deze mutatie recessief en gaat dus minder snel dan bij een geslachtsgebonden vererving. Daarnaast zijn vogels met rode ogen altijd wat zwakker dan vogels met zwarte ogen. Twee redenen dus om traag en zeer doordacht te werk te gaan, willen we deze prachtige mutatie in stand houden! Het is van levensbelang dat we zoveel mogelijk inteelt bij deze mutatie vermijden.

Hier volgen mijn eigen kweekervaringen van de afgelopen jaren.


Eerst onverwante bloedlijnen inkweken met wildkleurvogels

In 2001 kocht ik bij de heer Cees Helmonds – voor zover ik weet de eerste kweker van een fallow bruinoor — een viertal fallowpoppen uit verschillende koppels. Ik koppelde deze poppen met vier totaal onverwante wildkleurvogels: een eigen kweekvogel en drie onverwante wildkleur mannen van drie andere liefhebbers.

Het kweken met deze mutatie van de bruinoortjes ging niet zo vlot als bij de mutaties van de groenwangparkiet (de pyrrhura molinae). Ik deed er twee jaar over om 10 à 15 forse splitvogels te kweken uit die 4 paar.

Het probleem bij de pyrrhura frontalis is dat het niet altijd even vlot klikt tussen de stellen zoals dit bij de pyrrhura molinae het geval is, vooral als vogels al eerder gepaard hebben met een andere vogel (zoals mijn eigen kweekman).


Ter verduidelijking: uit die combinatie fallow x wildkleur komen dus 100% splitvogels voor fallow!

De laatste 2 jaar heb ik dan enerzijds mijn ‘oude’ fallowpoppen gepaard of proberen te paren met splitvogels van een ander paar: bv. fallowpop stel 1 x splitvogeljong uit stel 4. Anderzijds paarde ik ook 2 splitvogels uit twee van de 4 verschillende kweekparen.

Het paren van de ‘oude’ fallowpoppen met die jongere splitvogels ging minder vlot dan ik gedacht had. Bij de combinatie split x split had ik wel goede kweekresultaten, maar de kans dat je fallowvogels kweekt uit twee splitvogels is natuurlijk kleiner (25 percent). Dit was vorig jaar al duidelijk: behoorlijk aantal jongen, maar bijna geen fallows!

Dit jaar heb ik meer geluk: uit een paar splitvogels dat vorig jaar uitsluitend groene jongen gaf, kweekte ik dit jaar 5 jongen, met maar liefst 4 fallowvogels! Van geluk gesproken!

Het nadeel van de groene jongen uit een paar sptitvogels is dat ze maar KANS split zijn voor fallow! Je moet ze dus allemaal uittesten, best in combinatie met een fallowvogel.


Inteelt en zwakke vogels blijven vermijden

Het blijft belangrijk om verder andere bloedlijnen in te kweken. Zo schafte ik me de voorbije twee jaar ook weer enkele andere wildkleurvogels, splitvogeis en fallows aan om de mutatie alsnog te versterken en zo in stand te houden! Ook raad ik het paren van twee fallowvogels ten zeerste af, dit om verzwakking van deze mutatie te vermijden. Mijn stelregel is: paar nooit twee roodogen!

Enkele aan te raden combinaties:

fallow x fallow

  • 100 percent groen/fallow

groen/fallow x groen/fallow

  • 25 percent fallow
  • 25 percent groen/fallow
  • 50 percent groen

groen/fallow x fallow

  • 50 percent fallow
  • 50 percent groen/fallow


Opgelet:

Ik heb reeds jaren de ‘donkergroene’ en ‘olijf’bruinoren in mijn bezit. Na jarenlange kweekervaringen ben ik er echter zeker van dat het hier gaat om enkel- en dubbelfactorige mistyvogels, een mutatie die ook bij andere pyrrhurasoorten al bestaat.